Menno Oosterhoff over dwang en eetstoornissen
Menno Oosterhoff is werkzaam als (kinder- en jeugd)psychiater en gespecialiseerd in Autismespectrum- en Dwangspectrumstoornissen bij kinderen en volwassenen.
Veel cliënten van Isa Power hebben last van de combinatie dwang en eetstoornisproblematiek. Deze combinatie is vaak aan elkaar gekoppeld, zeker bij mensen met Anorexia. Dwang gaat gepaard met rigiditeit, want het ‘moet’ (sommige experts zien deze rigiditeit ook wel als autistisch kenmerk). Dwang kan ook fungeren als copingsmechanisme; de dwanghandelingen moet want het "helpt” bij het creëren van rust, maar helaas maar voor even. Want zodra je ermee stopt staat de volgende dwanghandeling al weer te springen om uitgevoerd te worden. Zo kunnen mensen met dwang hun hele dag opvullen.
”Ik mocht geen dag overslaan. De hele dag lang moest ik wel iets van mezelf. Ik heb zoveel regels in mijn hoofd wat ik allemaal moest doen, anders heb ik het gevoel dat er een verschrikkelijke ramp zou gaan gebeuren. Ik voelde me continue opgejaagd en onrustig. Soms voelde ik een gevoel van rouw en verdriet. Ik kreeg dan een onbestemd gevoel en ik kon het gewoon niet plaatsen. Mijn dwanghandelingen hielpen dan even zodat ik bezig was en niet hoefde te voelen,” - aldus Isabelle Plasmeijer.
Eetstoornissen gaan vaak hand in hand met dwangmatig gedrag. Deze dwang kan zich op verschillende manieren uiten, zoals obsessieve gedachten over eten, lichaamsgewicht, of beweging. Het is belangrijk om deze patronen te herkennen en te begrijpen, omdat ze vaak een diepere emotionele functie vervullen. In deze blog bespreken we enkele veelvoorkomende vormen van dwang bij eetstoornissen en geven we handvatten voor herstel.
Wat is dwangmatig gedrag?
Dwangmatig gedrag ontstaat vaak als een manier om met angst, onzekerheid of een gevoel van controleverlies om te gaan. Het gedrag kan tijdelijk rust geven, maar houdt op de lange termijn de eetstoornis in stand. Dit mechanisme maakt dwang een krachtig, maar destructief onderdeel van het leven van iemand met een eetstoornis.
Vormen van dwang bij eetstoornissen
1. Eetgerelateerde dwang:
Rituelen rondom eten: Dit kan variëren van een specifieke volgorde van eten, tot het snijden van voedsel in bepaalde vormen of kleine stukjes.
Strikte voedingsregels: Bijvoorbeeld het uitsluiten van bepaalde voedselgroepen, het tellen van calorieën, of alleen eten op specifieke tijden.
Obsessieve maaltijdvoorbereiding: Dit kan gepaard gaan met het wegen of meten van voedsel om 'perfectie' na te streven.
2. Bewegingsdwang:
Overmatig sporten: Dit kan leiden tot fysieke uitputting en blessures, terwijl het gevoel van controle of schuld de drijvende kracht blijft.
Compulsieve stappen tellen: Het idee dat een bepaald aantal stappen per dag noodzakelijk is om 'goed genoeg' te zijn.
Onvermogen om rust te nemen: Zelfs bij ziekte of vermoeidheid kan er een onhoudbare drang zijn om actief te blijven.
3. Lichaamsbeeld-gerelateerde dwang:
Constant wegen of meten: Mensen met een eetstoornis kunnen zich meerdere keren per dag wegen of hun lichaam meten, vaak met een negatieve impact op hun zelfbeeld.
Spiegelen en vergelijken: Veel tijd doorbrengen voor de spiegel of voortdurend het eigen lichaam vergelijken met anderen.
4. Algemene obsessieve dwang:
Perfectionisme: Dit gaat verder dan eten en kan invloed hebben op school, werk, of sociale relaties.
Controle over omgeving: Bijvoorbeeld dwangmatig schoonmaken of het organiseren van spullen om angst te reduceren.
De functie van dwang
Voor veel mensen met een eetstoornis is dwangmatig gedrag een manier om emoties te onderdrukken of controle te behouden over situaties waarin ze zich machteloos voelen. Het is belangrijk om te begrijpen dat dit gedrag een copingmechanisme is, en geen teken van zwakte. Het doorbreken van deze patronen vraagt om geduld, compassie en de juiste begeleiding.
Hoe herstel je van dwangmatig gedrag?
Herken triggers: Wat zijn de situaties of emoties die het dwangmatige gedrag uitlokken? Door dit in kaart te brengen, kun je gericht werken aan verandering.
Begeleiding zoeken: Een ervaren coach of therapeut kan helpen om de onderliggende oorzaken te achterhalen en alternatieve copingmechanismen te ontwikkelen. Overweeg bijvoorbeeld het Buddy Up programma voor professionals of het Buddy Up programma voor ouders en naasten.
Zelfcompassie oefenen: Herstel begint met het loslaten van strenge zelfkritiek. Probeer jezelf met vriendelijkheid en begrip te benaderen, zoals je dat ook bij een dierbare zou doen.
Stap voor stap veranderen: Probeer kleine, haalbare doelen te stellen. Elke stap, hoe klein ook, is een overwinning op dwangmatig gedrag.
Dwangmatig gedrag bij eetstoornissen is complex en vaak diep verweven met het emotionele welzijn van een persoon. Door dit gedrag niet te zien als het probleem zelf, maar als een uiting van onderliggende pijn of angst, kun je werken aan duurzame verandering.
Het herstelproces mag dan uitdagend zijn, maar het is absoluut mogelijk. Met de juiste hulp en steun kun je leren om controle los te laten en op een gezonde manier om te gaan met emoties. Wil je meer weten over onze programma’s? Bezoek dan de landingspagina’s van het Buddy Up programma.
Bronvermelding:
Fairburn, C. G. (2008). Cognitive Behavior Therapy and Eating Disorders. Guilford Press.
Treasure, J., Smith, G., & Crane, A. (2017). Skills-based Learning for Caring for a Loved One with an Eating Disorder. Routledge.